Misschien heb je het al gemerkt, maar je kan minder lenen in 2021 dan voorheen. De door het AFM opgelegde regels worden steeds striker.
Er wordt nu met name gekeken naar het geld dat er dient over te blijven om van te kunnen leven. Wanneer je een lening wil afsluiten, in de vorm van een consumptief krediet, dan krijg je met deze per 1 januari 2021 ingevoerde wetgeving te maken.
Zorgplicht voor kredietverstrekkers
Een kredietverstrekker mag geen lening verstrekken indien dit niet verantwoord is. Doen zij dit toch, dan lopen zij het risico dat zij hiervoor in een later stadium aansprakelijk voor worden gesteld. Kredietverstrekkers zullen zich dan ook goed aan deze regels houden.
Om te bepalen wat verantwoord is, wordt er gewerkt met een leennorm en leencapaciteit. Het maximale bedrag van de lening mag niet meer dan 50 keer de maximale leencapaciteit bedragen.
Leennorm en leencapaciteit
Over het algemeen is het er niet eenvoudiger of overzichtelijker op geworden. Er wordt gewerkt met zowel een leennorm en leencapaciteit.
De leennorm is het bedrag wat je maandelijks dient over te houden om te kunnen lenen. Dit is in 2021 ruim 200 euro hoger dan in voorgaande jaren, waardoor je doorgaans minder kunt lenen in 2021. Het is ook aannemelijk dat volgend jaar deze norm wordt aangepast, aangezien het leven elk jaar duurder wordt.
Om daadwerkelijk te bepalen wat je kunt lenen, wordt er een vervolg berekening gemaakt waarbij de leencapaciteit wordt bepaald.
Hoe wordt de leennorm berekend?
Bij het bepalen van de leennorm wordt er gerekend met aannames voor bepaalde bedragen voor de kosten van levensonderhoud.
Zo wordt er een bedrag van 229 gehanteerd als zijnde woonlasten. Het bedrag wat je dient over te houden om van te leven, is voor een alleenstaande 829 euro, voor samenwonenden 1261 euro, voor alleenstaande met kinderen 903 euro en tenslotte voor samenwonenden met kinderen 1.251 euro. Daarnaast wordt er nog een extra opslag toegepast op basis van de gezinssituatie. Minder lenen in 2021 komt voornamelijk door deze nieuwe normen.
Waarom de gezins afhankelijke opslag niet direct in de basisnorm is verwerkt, is mij niet geheel duidelijk.
Alleenstaand:
Netto inkomen | € 2.000 | € 2.500 | € 3.000 | € 3.500 |
Norm woonlast | -€ 229 | -€ 229 | -€ 229 | -€ 229 |
Basisnorm | -€ 814 | -€ 814 | -€ 814 | -€ 814 |
Opslag | € 144 | € 219 | € 294 | € 369 |
Basisnorm | € 814 | € 814 | € 814 | € 814 |
Gezinsafhankelijke opslag | € 275 | € 276 | € 277 | € 278 |
Leennorm | € 1.233 | € 1.309 | € 1.385 | € 1.461 |
Gehuwd / samenwonend
Netto inkomen | € 3.000 | € 3.500 | € 4.000 | € 4.500 |
Norm woonlast | -€ 229 | -€ 229 | -€ 229 | -€ 229 |
Basisnorm | -€ 1.261 | -€ 1.261 | -€ 1.261 | -€ 1.261 |
Opslag | € 227 | € 302 | € 377 | € 452 |
Basisnorm | € 1.261 | € 1.261 | € 1.261 | € 1.261 |
Gezinsafhankelijke opslag | € 326 | € 326 | € 326 | € 326 |
Leennorm | € 1.814 | € 1.889 | € 1.964 | € 2.039 |
Wat is de leencapaciteit?
Aannames zijn voor een bank echter niet voldoende. Zij zijn veel meer in geïnteresseerd wat de daadwerkelijke kosten zijn. Want stel dat je een hoge huur of hypotheek dient te betalen, dan ziet het plaatje er toch heel anders uit. Daarom hanteert de bank het begrip leencapaciteit.
Bij het bepalen van de leencapaciteit wordt er zowel gekeken naar het inkomen en de uitgaven. Van het netto inkomen wordt eerst de leennorm afgetrokken en vervolgens de daadwerkelijke woonlasten (hypotheek of huur), verplichtingen voortvloeiend uit andere leningen en eventueel te betalen alimentatie. Op basis van deze berekening wordt jouw maximale lening berekend.
Alleenstaand, netto inkomen van 2.000 euro netto
Huur / hypotheek | € 750 | € 750 | € 750 | € 1.000 |
Aflossing lening | € 0 | € 100 | € 100 | € 250 |
Allementantie | € 0 | € 0 | € 250 | € 0 |
Leencapaciteit | € 17 | € 341 | € 515 | € 789 |
Gehuwd / samenwonend netto inkomen van 3.000€
Huur / hypotheek | € 750 | € 750 | € 750 | € 1.000 |
Aflossing lening | € 0 | € 100 | € 100 | € 250 |
Allementantie | € 0 | € 0 | € 250 | € 0 |
Leencapaciteit | € 437 | € 762 | € 937 | € 1.212 |
Hoeveel kan je nu daadwerkelijk lenen?
Als de leencapaciteit is vastgesteld, dan bedraagt het maximale leenbedrag 50 keer de leencapaciteit. Samenwonenden met een netto inkomen van 4.000 EURO kunnen uitgaande van vaste lasten van 1.100 euro een bedrag van ruim 46.000 euro lenen.
Als je een aantal berekeningen maakt, dan zie je al snel, dat indien er sprake is van een tweede inkomen, er meer mogelijkheden bestaan om een lening af te sluiten.
Andere factoren bij het afsluiten van een lening
De berekening van de leencapaciteit is slechts een indicatie. Bij het berekenen van de maximale lening zijn er nog andere factoren die een rol spelen. Zo zal er altijd een bkr toetsing aan te pas komen, die nog roet in het eten kan gooien.
Maar ook de contractuele situatie met betrekking tot een dienstverband speelt een rol. Ben je in het bezit van een tijdelijk arbeidscontract in plaats van een vast contract, dan zal het maximale leenbedrag hoogstwaarschijnlijk ook lager uitvallen. Op die manier kan je nog minder lenen in 2021.
Waarom deze nieuwe wet- en regelgeving?
Deze regelgeving is in het leven geroepen om er voor te zorgen dat mensen uit de financiële problemen blijven. Wanneer je een lening wilt afsluiten, wordt er daarom getoetst of je na het afsluiten van de lening wel genoeg geld overhoudt om normaal van te kunnen leven. Hierdoor zullen de meeste mensen in 2021 minder kunnen lenen.
Door deze regelgeving wordt er beoogd dat mensen die niet al teveel te besteden hebben minder geld lenen. Want uiteindelijk kost geld lenen geld. Dus indien je op dit moment net rond kunt komen, dan kan dit na het afsluiten van een lening niet langer het geval zijn.